Piëmonte
Wandelbeschrijvingen
Hier staan linken naar de details van de wandelingen en uitstappen die we in dit gebied maakten.
Verslagen
Hier staan linken naar de verslagen van de vakanties waarin we dit gebied bezocht hebben:
Map
Op de map staan de plaatsen/wandelingen aangeduid die we in deze streek (en omgeving) maakten. Op de iconen kan verder worden doorgeklikt naar meer details rond de bijbehorende activiteit.
Piëmonte
In het noorden grenst Piëmonte aan Zwitserland, in het noord-westen aan de Italiaanse regio Valle d'Aosta en in het westen aan Frankrijk. In het zuiden en oosten grenst Piëmonte aan de Italiaanse regio's Ligurië, Emilia-Romagna en Lombardije (waarbij het Lago Maggiore op de grens tussen Lombardije en Piëmonte ligt).
De regio Piëmonte kent drie verschillende landschappen. In het noorden en oosten, vlakbij de grens met Zwitserland, vind je hoge bergen, waarvan de Grenzgipfel (4681 m) de hoogste is. Dit is de een na hoogste top van Italië. De Po-vlakte is het vlakke land rond de rivier de Po. Dit gebied is het meest dichtbevolkte gebied van het land, hier ligt ook de hoofdstad van Piëmonte: Turijn. De rivier de Po is de langste rivier van Italië en loopt van de berg Monviso in de Cottische Alpen in oostelijke richting via onder andere Turijn en Piacenza naar de Adriatische Zee. In het zuid-oosten van Piëmonte vind je een heuvellandschap. Piëmont ligt, zoals de naam letterlijk betekent, aan de voet van de bergen.
De bergregio's: de Nationale parken Gran Paradiso & Val Grande en het Parco naturale Alpi Marittime
Het zuidelijk deel van het Nationaal Park Gran Paradiso ligt in Piëmonte (het noordelijk deel behoort tot Valle d'Aosta). Een ander Nationaal Park dat in Piëmonte ligt, is Val Grande. Het ligt ter hoogte van het Lago Maggiore en grenst aan Zwitserland. Vroeger waren de beboste hellingen in de valleien ten noorden van het Lago Maggiore een welhaast onuitputtelijke bron van commercieel hardhout. Ondertussen heeft de natuur haar rechtmatige plaats weer volledig opgeëist. Het Nationaal Park Val Grande wordt nu zelfs 'de grootste wildernis van Italië' genoemd.
De provincie Cuneo maakt deel uit van de regio Piemonte. In deze provincie liggen de ruige en toeristisch minder bekende Alpi Marittime: een wild en oorspronkelijk gebergte, waar de invloed van de mens nog steeds beperkt is gebleven. Vandaar ook dat planten en dieren er vrijwel ongestoord kunnen leven. Het verassend goed wandelnetwerk is voornamelijk te danken aan koning Vitorrio Emanuelle II die in de 19e eeuw hier meer dan 100 km breed geplaveide jachtpaden liet aanleggen.Het parco naturale delle Alpi Marittime bestaat voor het grootste deel uit de vallei van Gesso die zich boven Valdieri vertakt in een westelijke tak naar Terme di Valdieri en een oostelijke naar Entraque. Het natuurpark heeft een oppervlakte van 28.000 ha en grenst over een lengte van 35 km aan het Franse Parc National du Mercantour. Het is merkwaardig dat de jacht ervoor gezorgd heeft dat dit een groot beschermd natuurgebied is geworden.
Vitorrio Emanuelle II werd tijdens een jachtbezoek verrast door de grote aantallen gemzen en liet hier in 1857 een jachtreservaat instellen. Door deze vreemde beschermde status leven er nu nog veel wilde dieren.
Lago Maggiore
Het Lago Maggiore ligt in het grensgebied van Italië en Zwitserland. Het wordt in het Italiaans ook wel Lago Verbano genoemd, van Lacus Verbanus, de oude Romeinse benaming. Het Zwitserse deel ligt in hetkanton Ticino. De westelijke oever van het Italiaanse deel ligt in de regio Piëmonte, de oostelijke oever in Lombardije.
Het meer is 212 km² groot, 60 km lang en maximaal 10 km breed. Het noordelijke deel ligt in de Alpen, het zuidelijke deel in het heuvelland dat de overgang vormt tussen de Alpen en de Povlakte. Het meer ligt op 193 m boven zeeniveau en is maximaal 372 m diep, 179 m beneden zeeniveau. Zowel in Italië als Zwitserland ligt het meer in Italiaanstalig gebied.
Bekende plaatsen langs het meer zijn Locarno, Ascona, Verbania, Luino en Stresa.
De rivier de Ticino stroomt in het noorden het meer in en verlaat het weer in het zuiden om uiteindelijk in de Po uit te monden. Andere rivieren die het Lago Maggiore instromen zijn de Maggia, Toce en de Tresa. Het meer kent een afwateringsprobleem. Al het water uit de Ticinovallei, de Ossolavallei en het gebied rond het Ortameer wordt via het Lago Maggiore en de sluizen bij Sesto Calende de Povlakte ingeleid. In het voorjaar zorgt smeltwater uit de bergen vaak voor wateroverlast in de dorpen aan het Lago Maggiore.
Er liggen ook eilandjes in het meer. De bekendste zijn de Borromeïsche Eilanden: Isola Bella, Isola Madre en Isola dei Pescatori. Deze eilandjes liggen in de grote baai of uitham van het meer naar het westen bij Verbania. Bij Cannobio liggen op drie eilandjes de ruines van middeleeuwse kastelen, de Castelli di Cannero. Het meer is, net als de andere grote Italiaanse Alpenmeren, in een van de ijstijden door een gletsjer uitgeslepen. Aan de zuidkant is daarbij een morenewal achtergelaten, die een soort natuurlijke dam vormt. Er leven ook beroepsvissers van het meer. Er wordt ongeveer 150 ton vis per jaar gevangen. Het meer bevat een forelsoort die nergens anders ter wereld voorkomt.
Het meer is sinds lange tijd een belangrijke toeristische trekpleister. De Europese adel streek in de 19e eeuw massaal neer in de luxe hotels of bouwde eigen villa's, vaak met een botanische tuin zoals in Alpino, Baveno of Pallanza. Zo is langs de oevers van het hele meer een exotische beplanting ontstaan, met voornamelijk verschillende soorten palmen.
Sinds 1826 is er ook passagiersscheepvaart op het meer. De Navigazione Laghi heeft een vloot van ongeveer 25 schepen.
Wijnregio
Piëmonte wordt, samen met Toscane, beschouwd als de beste wijnstreek in Italië zich uitend in het aantal DOC(G)'s. Piëmont is vooral bekend om zijn rode wijnen van de Nebbiolo druif. De bekendste daarvan zijn Barolo en Barbaresco. De laatste jaren zijn Barbera en Dolcetto kwalitatief in opkomst.